Algerijnse Arabieren

Vrijwel alle Algerijnse Arabieren zijn moslim. De islam is sinds 1962 staatsgodsdienst in Algerije.

Het achtste-grootste onbereikte volk ter wereld zijn de Algerijnse Arabieren, met 32 miljoen mensen.

 

De meeste Algerijnen zijn van Berberse afkomst. Dit volk, dat ooit in meerderheid christen was, werd overwonnen door de Arabische moslimlegers in de eerste eeuw van de islam. Er kwam een langzame arabisering op gang die ervoor zorgde dat nu het merendeel van de Algerijnen zich beschouwt als Arabier. Tegelijkertijd is er ook nog een forse minderheid die zichzelf Berbers noemt; sommigen van hen spreken wel Arabisch als moedertaal, anderen spreken nog een van de Berberse talen.

Algerijnse Arabieren spreken een vorm van het Arabisch die lijkt op die in andere Noord-Afrikaanse Arabische landen, maar die niet verstaan kan worden door Arabieren uit andere landen. Het Berbers en het Latijn hebben de taal behoorlijk beïnvloed, en er zijn ook grote aantallen leenwoorden uit het Turks en Frans.

Vrijwel alle Algerijnse Arabieren zijn moslim, grotendeels soennitisch. Vanaf de Algerijnse onafhankelijkheid (1962) werd de islam staatsgodsdienst. De staat werd verantwoordelijk voor het onderhoud van de moskees, maar ook voor wat daar geleerd werd. Later werd een meer radicale islam populair onder delen van de bevolking, wat leidde tot grote politieke spanningen en zelfs een burgeroorlog.

Onder de Berbers in Algerije is een christelijke minderheid ontstaan, maar het aantal christenen onder de Algerijnse Arabieren is extreem laag.

Scroll naar boven